Eikenprocessierups en lieveheersbeestjes

17 juli 2019

Door: Joop Verburg, Natuurvereniging Zuidwolde

Wat kunnen media toch een merkwaardige invloed hebben op de bevolking. Al jaren zie ik eikenprocessierupsen en nesten ervan. Al jaren bestrijdt onze gemeente die rupsen. Gelukkig worden de laatste jaren steeds meer ecologisch verantwoorde methoden gebruikt en wordt er ook wat realistischer naar gekeken.

De bomen met nesten worden alleen gemarkeerd in de bebouwde kom, op plekken waar veel kinderen passeren en bij zwembaden, etc.. De afgelopen jaren heb ik ieder jaar aan de huisartsen in ons dorp gevraagd of zij ook patiënten hebben gehad met klachten die met eikenprocessierupsen te maken hebben, maar het antwoord is al die jaren steeds geweest: “Nee”. Nu is het 2019. Inderdaad is dit jaar (misschien door de extreem warme zomer van 2018) het aantal nesten sterk toegenomen, en ineens is het een nationale ramp geworden. Door de (sociale) media verspreiden berichten zich razendsnel en iedereen heeft inmiddels jeuk of andere klachten.

 

Wat is de oorzaak van de explosieve toename? Ik denk dat veel factoren meespelen naast mogelijk die warme zomer van vorig jaar.

  • De klimaat-/temperatuursverandering maakt dat zuidelijke soorten oprukken naar het noorden en dus ook naar Drenthe.
  • Nederland staat vol met lanen waarlangs vanuit de traditie eiken zijn geplant. Daardoor is de verplaatsing van boom naar boom erg eenvoudig voor de vlinders.
  • Door de betrekkelijk snelle toename is er weinig evenwicht met potentiële vijanden.
  • Onze bermen zijn veelal arm aan begroeiing met bloemen en heesters, waardoor er minder plaats is voor vijanden om te leven.

Misschien zijn er nog wel meer factoren, maar waar het om gaat is dat we gewoonweg rekening te houden hebben met dit soort ongemakken. Ook bij mensen met hooikoorts spelen natuurlijke processen een vervelende rol. Dat kunnen we niet allemaal op de overheid afschuiven. In een land als Frankrijk van waaruit de eikenprocessierups naar ons toegekomen is, heb ik nog nooit iemand over dit probleem horen spreken. Voor een belangrijk deel zullen we de oplossing moeten zoeken in het streven naar een natuurlijkere omgeving en de natuur de ecologische ruimte geven om het probleem te verminderen.

Ofwel via de natuurlijke weg, ofwel opzettelijk binnengebracht, komen telkens nieuwe soorten ons land binnen. Dit kan zeer ongewenste effecten hebben. Zoals bij de Japanse duizendknoop, die – eenmaal geworteld – bijna onuitroeibaar is. Een ander voorbeeld gaat over lieveheersbeestjes.

Lieveheersbeestjes
In het Westland zijn veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestjes geïmporteerd doordat de larven in de kassen zo lekker vraatzuchtig de luizen te lijf gingen. Dat was een niet-giftige manier om de luizen te bestrijden. Maar… Inmiddels zijn die veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestjes allang ontsnapt en vormen ze een zodanige concurrentie voor onze eigen meer dan 30 soorten lieveheersbeestjes, dat die inmiddels sterk achteruit zijn gegaan. Een verlies aan biodiversiteit dreigt. Ik zie tegenwoordig zeker bij 9 op de 10 lieveheersbeestjes dat het om de geïmporteerde Aziaten gaat. De grote witte wangen verraden altijd deze soort, want de rest van het uiterlijk kan alle kanten op variëren: van zwart met rode stippen tot rood of geel met zwarte stippen en ook hele egale exemplaren. Intussen blijven de larven ook in ons gebied wel hun werk doen.

 

In deze tijd waarin veel planten in het wild maar ook in onze moestuin onder de luizen zitten, is dat best fijn. Hoe vraatzuchtig de larven zijn, is op de foto wel te zien, waar de larve van het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje zonder pardon een rupsje met de voorpoten vastgrijpt en aan een rupsenmaaltijd begint. De kleine rups lijkt nog om hulp te roepen, maar er helpt geen lieve moeder of lieveheer aan.