Kerst-eitjes zoeken?

18 februari 2019

Door Joop Verburg

Met kerst eitjes zoeken? Dat deden leden van de werkgroep dagvlinders in december en januari. Normale mensen doen dat alleen met pasen samen met hun kinderen, maar rond kerst zoeken naar eitjes is wel zo leuk en uitdagend. Je hebt er wel een loepje bij nodig…

Het gaat om super kleine vlindereitjes van c.a. 1 mm groot. Vlinders moeten op een of andere manier overwinteren. Sommige vlinders, zoals de bekende witjes, overwinteren allemaal als pop. Ze hangen aan een zelfgesponnen draadje aan een takje of verbergen zich ergens en wachten tot het voorjaar wordt. Je denkt dat zo’n pop iets onbeweeglijk is. Het is dan ook vreemd wanneer je die pop aanraakt dat die toch even schokt. Je schrikt ervan en dat zal ook wel de bedoeling zijn, wanneer vijanden te dicht bij komen.

 

Andere dagvlinders overwinteren als rupsje. De meeste zandoogjes komen in juli tevoorschijn en gaan dan paren en eitjes leggen op allerlei grassoorten. Soms doen ze dat door laag over de vegetatie te vliegen en dan eitjes te laten vallen. Een soort bombardement dus, maar dan zonder slechte bedoelingen. De jonge rupsjes hebben weinig aan het taaie najaarsgras en verbergen zich al snel in een holle stengel, wachtend op het voorjaar. Pas dan eten ze zich vol aan het jonge gras en verpoppen daarna. Er zijn zelfs vlinders die als vlinder overwinteren. Zo gaat dat met Citroenvlinders, Dagpauwogen en Kleine vossen bijvoorbeeld. Je vind ze op allerlei plekken waar het ’s winters net iets minder koud is. Tegen een muur achter de Klimop, tussen houtblokken, in een schuurtje of op zolder. Ik vond ze laatst in een betonnen gang aan het plafond hangend. Toch kunnen ze heel wat koude hebben. In het najaar wanneer ze in winterrust gaan, maken die poppen, rupsen en vlinders een eigen anti-vries waardoor ze temperaturen tot – 18°C kunnen overleven. Kom daar maar eens om als mens! Er zijn ook slimmeriken zoals de Distelvlinder die de koude ontvluchten en warme streken opzoeken: 3000 km naar het Atlasgebergte in Algerije en Marokko en daar komt een nieuwe generatie tot ontwikkeling. De nakomelingen komen het jaar er op vanaf mei weer naar ons land. De hele cyclus van  gedaanteverwisselingen en winter-overlevingsstrategieën is één groot wonder!

 

Terug naar de eitjes. Zuidwolde is het enige dorp in Drenthe en Groningen waar de Sleedoornpage voorkomt. Die vlindersoort is in 1998 ontdekt aan de westkant van Zuidwolde. Ieder jaar wordt uitgekeken naar de vlinders, maar de meeste jaren worden maar enkele exemplaren gezien. Ieder winter wordt daarom gezocht naar eitjes om te zien of ze er nog zijn.  Dit jaar vonden we bijna 50 eitjes en opmerkelijk genoeg de meeste in het dorp zelf. De eitjes worden gelegd op takken van jongere Sleedoorns. Die Sleedoornstruiken gaan bloeien in april en pas eind april wanneer de bloei bijna voorbij is, komen de blaadjes aan de takken en juist op dat moment komen de rupsjes uit de eitjes om van dat jonge blad te eten en te groeien. Na de verpopping komen daar in augustus nieuwe vlinders uit. Zuidwolde is een bijzonder Sleedoornpage-dorp en dat is iets om blij mee te zijn. Er is alle reden om komende zomer in alle tuinen van Zuidwolde uit te kijken naar de prachtige Sleedoornpage.