Op het randje

16 juni 2017

Voor het onderzoek naar scholeksters kom ik de laatste jaren gedurende het broedseizoen regelmatig in Het Grote Veld. Dit gebied ligt net ten noorden van Assen, ingeklemd tussen de A28 en het Noord-Willemskanaal. Met het oog op toekomstige woningbouw heeft de gemeente Assen hier de agrarische bedrijven opgekocht. Als gevolg van de recente recessie is van de woningbouw nog maar weinig terecht gekomen. De gemeente verpacht de percelen aan akkerbouwers en veehouders die hier reguliere landbouw bedrijven.

Toeval

Langs één van deze percelen heeft zich de afgelopen jaren enigszins toevallig een 240 meter lang braamstruweel ontwikkeld. Een oud raster voorkomt dat een strook van ongeveer een meter breed de dans ontspringt tijdens het frequente maaien van het raaigras. Hierdoor hebben kruiden en bramen de kans gekregen zich te ontwikkelen.  Het extensieve bermbeheer van de gemeente Assen, gestart in 2015, heeft er voor gezorgd dat het struweel wordt geflankeerd door een bloem- en kruidenrijke berm van ruim twee meter breed. Haaks op deze berm en struweel heeft zich aan weerzijden langs een schouwpad ook bij toeval  een 170 meter lang smal randje kruiden ontwikkeld. Een smal steilrandje tussen het schouwpad en aanliggende percelen maakt hier het maaien ook onmogelijk.

Magneet

Alhoewel het botanisch gezien geen hoogstandje betreft, dagvlinders, hommels, bijen en andere  insecten spinnen garen bij de aanwezigheid van bloeiende bramen, smeerwortel, zevenblad en stijf havikskruid! Al dit “toeval” is bij tal van vogels niet onopgemerkt gebleven. De combinatie van struweel, eetbare zaden en insecten maakt het tot een aantrekkelijke broedplek. Het werkt als een magneet en gaandeweg het broedseizoen vult het struweel zich langzaam met broedvogels. Een paartje roodborsttapuit nam dit jaar het eerst en stukje struweel in bezit, ze brachten de jongen van het eerste legsel groot. Ik zag ze hun voedsel vooral langs de kruidenrijke schouwsloot halen. Ook een geelgors liet in het vroege voorjaar zijn oog vallen op het struweel. Ze gebruiken het om dekking in te zoeken en mogelijk om in te broeden, het voedsel wordt vooral gezocht langs randen van de akkers.

 

Zaadeters en Afrikagangers

Gaandeweg april verschenen er drie paartjes van de Kneu. Ze broeden in klein kolonieverband in de bramen en halen hun voedsel uit de berm. Ze zijn verzot op  zaden van de veldzuring. Vakkundig pellen ze de kleine zaadjes en kunnen hierbij minuten op de stengels blijven zitten. Kneutjes zijn in agrarische gebieden schaars geworden, het gebrek aan zaden is daar zeker debet aan. Begin mei keerden twee paartjes grasmus terug uit hun overwinteringgebied in Afrika. Deze vogels  lijken helemaal aan het struweel zelf gebonden in hun zoektocht naar insecten. Bij onraad komen ze vanuit een topje in het struweel een kijkje nemen, het nest hebben ze vakkundig verstopte tussen de bramen.

Herwaardering braamstruwelen

Voor herstel van specifieke soorten boerenlandvogels en -vlinders zou de toevalstreffer in het Grote Veld eigenlijk veel meer een bewuste keus in beheer moeten worden, toegepast op een grotere schaal. Bedenk eens wat mijn struweel en berm van een amper 250 meter al voor betekenis heeft voor flora en fauna. Maak er eens 50 kilometer of meer van en je hebt wat! Het stimuleren/herwaarderen van braamstruwelen langs percelen is zeer aan te bevelen. Veel ruimte en opbrengst hoeft het niet te kosten, het is wellicht meer wennen aan een ander beeld. Agrariërs, gemeenten en waterschappen kunnen hierbij samen hun maatregelen tot een effectief geheel maken. Het zijn maar stroken, maar het is een begin. Zegt het voort. 

Het Grote Veld is dankzij dit bermbeheer ook een goede tip om zelf een Soort van de Maand in het wild te spotten. Staat jouw ontdekking straks op de Soortenkaart Drenthe…?