Biddende torenvalk vliegt met de snelheid van de wind

9 april 2021

Biddende torenvalk vliegt met de snelheid van de wind

Door natuurspotter Hero Moorlag

Hij staat sinds 1927 aan de Vos van Steenwijklaan, gebouwd in opdracht van Gemeentelijk Waterbedrijf Hoogeveen. De beeldbepalende watertoren, ontworpen door de architecten A. Kool en J. Wildeboer. Fraai metselwerk, expressionistische stijl. De toren is ruim 38 meter hoog en heeft een waterreservoir van 300 kubieke meter. In 1989 nam Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) het waterbedrijf over en kocht in 1995 voor het symbolische bedrag van één gulden de toren. De WMD gebruikt pompen om Hoogeveen van drinkwater te voorzien. Maar de watertoren heeft als enige in Drenthe haar functie behouden. In noodgevallen zorgt het water in het reservoir voor voldoende druk. De provincie acht de toren door zijn gaafheid, authenticiteit en zeldzaamheid van hoge cultuurhistorische en architectonische waarde. Aan de noordkant staat een raam open. Al meer dan 30 jaar broedt hier een paartje torenvalken. Je kunt ze live volgen op Beleef de Lente van de Vogelbescherming.

Het is april. Het paartje torenvalken vliegt al een maand bij de watertoren, maar maakt nu aanstalten om te gaan broeden. Een ingewikkeld nest bouwen deze roofvogels niet. Ze kiezen een oud ekster- of kraaiennest of zoeken een nis in een oud gebouw. Mooi dat ze in de watertoren binnen kunnen broeden in een speciale torenvalkkast. De broedtijd is van april tot juli. Het vrouwtje broedt op de bruingevlekte eieren, het mannetje sleept prooi aan. Samen voeren ze de jongen. Ze vliegen na 30 dagen uit, maar worden daarna nog wekenlang door beide ouders gevoed. Het broedsucces van de torenvalken in de watertoren is meestal goed.

Rustend vrouwtje torenvalk

De valk met een leigrijze blauwachtige kop is het mannetje. Het vrouwtje is geheel bruin met donkere vlekken. Alle soorten valken hebben zwarte ogen. De juveniele vogels lijken op het vrouwtje. De mannetjes krijgen na de rui hun blauwe kop. Torenvalken jagen op muizen, maar ook op zangvogels. Tijdens het maken van de foto’s van de toren zag ik twee vinken, een zingend roodborstje, een witte kwikstaart en mussen. Dat roodborstje moet uitkijken. Zo gauw het kie-kie-kie-kie van de valken klinkt, maak maar dat je wegkomt!

Biddend mannetje Torenvalk

Bidden langs de snelweg
Tijdens muizenjaren zijn veldmuizen stapelvoedsel voor torenvalken. Boven brede middenbermen en zijbermen van snelwegen staan de valkjes te bidden. Ook de watertorenvalken zullen naar bermen gaan om op muizen te jagen. Een biddende torenvalk vliegt met de snelheid van de wind want als je in de lucht stilstaat, is je snelheid identiek aan die van de wind. Harde wind kost een valk veel energie. Vleugels wijd, staartveren wijduit, kop naar beneden. De scherpe ogen zien alles wat er in het gras beweegt: wormen, kevers, muizen. Ziet de valk beweging, dan daalt hij rap van twintig meter naar tien meter. Kruipt er werkelijk een muis, dan volgt een spectaculaire duik. De valk valt met de kop omlaag en remt pas vlak boven de grond af. De vlijmscherpe klauwen hebben dan de prooi al gegrepen. De valk slikt de muis niet in z’n geheel door, zoals een uil. Hij vliegt naar een paal om de prooi in alle rust uiteen te trekken, of hij vliegt naar het nest en biedt de prooi aan zijn vrouwtje of jongen aan. De watertorenvalken van Hoogeveen hebben hoge kijkcijfers. Vrijwel iedereen vindt hen aaibare roofvogels, mits ze roodborstjes met rust laten.