Daar komen de Russen!

4 november 2019

Daar komen de Russen!

Natuurspotter Bert Dijkstra- De komende weken koloniseren grote aantallen ganzen het Drentse platteland. Sinds een dikke week vliegen ze in groepen van tientallen tot honderden onze provincie binnen. Het echte vuurwerk volgt in december als de groepen verder aanzwellen tot vele duizenden. Dit beeld wordt voor een belangrijk deel bepaald door toendraganzen. Ze komen van verre, uit de toendragebieden in het noorden van Rusland, westelijk van de Oeral. Er lijken steeds meer te komen en wat komen ze hier eigenlijk doen?

Vliegende toendrarietganzen (Saxifraga-Piet Munsterman).

 

Toendra of Taiga?
Rietganzen broeden in het noorden van Rusland, de toendrarietganzen op de Toendra, de taigarietganzen op de zuidelijker gelegen Taiga en de kleine rietgans alleen op Spitsbergen. Laat in de herfst vliegen ze zuidwaarts richting de overwinteringsgebieden. Taiga- en toendraganzen lijken sterk op elkaar, waarbij de taigagans iets groter is en deze heeft een langere hals en langere snavel die bovendien meer oranje is. Tot begin jaren negentig van de vorig eeuw was het voor vogeltellers nog een hele opgave om de soorten tijdens tellingen uit elkaar te houden. Dat probleem verdween als sneeuw voor de zon doordat de taigagans binnen een mum van tijd als wintervogel vrijwel helemaal van het toneel verdween. Waarschijnlijk als gevolg van hoge jachtdruk tijdens de trek, maar vooral door de afname van de broedpopulatie en inkrimping van het winterareaal. Daar kwam een nieuwe uitdaging voor terug: het proberen te onderscheiden van twee ondersoorten, namelijk de West Siberische toendrarietgans en Oost Siberische toendrarietgans. Dit is alleen weggelegd voor de echte specialist.

Close-up van de toendrarietgans (Saxifraga-Piet Munsterman).

 

Akkergewasresten
Daar waar andere ganzensoorten hun buikje in de wintermaanden veelal vullen met eiwitrijk raaigras, zijn de toendrarietganzen verzot op resten van akkergewassen. Mooi voorbeeld zijn de “koppen”  van de suikerbiet die na de oogst als schijfjes op de akkers blijven liggen. Naarmate ze langer liggen, worden ze zachter en veranderen ze in calorierijke snacks, hapklaar voor de ganzen. Dit geldt ook voor resten van aardappelen en mais. Het zijn teelten die eigenlijk overal wel in Drenthe voorkomen, maar met een zwaartepunt in het oosten van de provincie. Het voorkomen van toendrarietganzen hangt niet alleen af van de aanwezigheid van akkers. De grote groepen ganzen hebben grote open wateren nodig om te overnachten, het liefst dicht bij de voedselvelden. Meren, grote vennen, maar ook zandwinplassen zijn hiervoor nodig. Die laatste wateren spelen vooral in koude winters een belangrijke rol, omdat ze minder snel dicht vriezen. Die koude winters, lijken net als de taigarietganzen, overigens wel verleden tijd.

Foeragerend op akker (Bert Dijkstra).

 

Drents-Groningse aangelegenheid
De recent uitgebrachte Vogelatlas van Sovon Vogelonderzoek Nederland laat prominent het belang van Drenthe voor de toendrarietgans zien. Belangrijkste gebieden in Drenthe zijn het Hunzedal, de Veenkoloniën, bij Smilde/Fochteloërveen, bij Nieuw Balinge en in de beekdalen van de Vledder- en Wapserveense Aa en Beiler- en Dwingelerstroom. Alleen in gebieden met veel bebouwing of bos zijn ze schaars. Samen met het Groningse deel van de Veenkoloniën behoort Drenthe tot hét overwinteringsgebied van Nederland. Ruim 10% van de Noordwest-Europese populatie is ’s winters in Drenthe te vinden!

Figuur 1: Relatieve dichtheid van overwinterende Toendrarietganzen in Nederland.

Explosieve toename
Al in de jaren zeventig waren toendrarietganzen overal in Drenthe te vinden. Toch is er een enorme verandering in aantallen opgetreden. Eind vorige eeuw begon het aantal overwinterende vogels geleidelijk toe te nemen. In 1975-1980 bedroegen de wintermaxima 1100 tot 9500, maar in de loop van de jaren tachtig liepen die al op tot 12.500 en in 1995-1999 tot 61.000 exemplaren. Ook in de 21e eeuw bleef de winterpopulatie toenemen en recent gaat het om 100.000 tot 160.000 rietganzen! Inmiddels staat de toendrarietgans in de top-10 van meest algemene wintervogels in Drenthe. De toename van de soort speelt op Europese schaal en lijkt meer het gevolg van herverdeling van winterconcentraties dan van structurele populatiegroei. Ook binnen ons land is de verdeling veranderd, met tegenwoordig meer rietganzen in het noordoosten en minder in het zuidwesten. Als dit zich voortzet, is dan wat we nu zien een storm voor de stilte?

Kijken
De komende jaren zal de toendrarietgans vast nog wel in de top-10 van wintergasten blijven prijken. Je hoeft in Drenthe geen moeite te doen om ze de komende maanden ergens te treffen. Het meest spectaculair zijn de vluchten vanaf de slaapplaatsen richting de voedselgebieden. Hierbij vliegen de ganzen de eerste kilometer vaak met duizenden tegelijk laag over, een indrukkwekkende gezicht. De Boerenlaan in Smilde is daarvan een mooi voorbeeld. Hier kun je zwermen vanuit Diependal richting het Noordwesten zien vliegen. Het is zeer de moeite waard zoiets een keer te aanschouwen. Om vervolgens, als de vogels zijn geland, de groep met de kijker onder de loep te nemen. Kijk goed,want wellicht zit er dan toch een kleine of taigarietgans tussen? Of ziet u toch het verschil tussen de West Siberische of Oost Siberische toendrarietgans? U heeft daarvoor bijna vier maanden de tijd voordat ze terugkeren Rusland.

Vlucht Toendrarietganzen