De wonderlijke gallenwereld

30 september 2019

De wonderlijke gallenwereld

Natuurspotter Aaldrik Pot – De meeste aandacht in de dierspoorkunde gaat vaak uit naar de pootafdrukken van zoogdieren en het liefst van soorten die tot de verbeelding spreken zoals wolf en bruine beer. Daarna komen de sporen die in het Engels sign worden genoemd. U weet wel: poep, nesten, holen, botten, veren, schuur- en veegbomen et cetera. Een minstens zo leuke, maar wat ondergewaardeerde, groep in de dierspoorkunde zijn wat mij betreft de sporen van insecten en dan die van galwespen en andere galvormers in het bijzonder.

Foto 1: galappels

Gallen zijn een verzamelnaam voor wonderlijke vergroeiingen op planten en bomen. De galvormers, zoals galwespen, -muggen en -mijten, maken in hun voortplantingscyclus gebruik van bomen en planten als gastheer. De relatie tussen gast en gastheer is echter nogal eenzijdig, complex en veelvormig. Galvormers zijn bovendien parasieten, de gastheer heeft er niets aan, maar leidt er over het algemeen ook niet echt onder.

Een gal wordt gevormd doordat de gast de gastheer aanzet tot het aanmaken van nieuw weefsel. Hoe dat precies in zijn werk gaat is niet helemaal bekend, of beter gezegd bij alle soorten weer anders. In ieder geval infecteert de gast op de een of andere manier vooral jonge plantencellen en scheidt stoffen af die met de stoffen van de gastheer een biochemisch proces aangaan.

Foto 2: lensgallen

Boomsoorten waarop veel verschillende galvormers voorkomen zijn zomer- en wintereik. De meeste bekende gal is waarschijnlijk de galappel die wordt veroorzaakt door de vrouwelijke generatie van de galappelwesp (foto 1). Je kun de galappeltjes vinden als de bladeren nog aan de boom zitten, maar ook aan het blad op de grond. In het begin zijn de gallen helder geel en rood (als een blozende appel), maar als ze ouder worden krijgen ze dezelfde kleur als het dorre blad. Als je de verse gallen – waar vroeger ook wel inkt van werd gemaakt – doorsnijdt,  zie je vaak het larfje zitten. Het omliggende weefsel gebruikt hij als voedselvoorraad.

Op de onderzijde van de eikenbladeren kun je ook de gallen van de satijnknoopgalwesp en de lensgalwesp tegenkomen (foto 2). Eerstgenoemde gal ziet er uit als een mini-donut, terwijl de lensgallen meer de vorm hebben van een rood bespikkelde gevulde koek.

Foto 3: Ananasgal

Minstens zo mooi is de ananasgal (foto 3). Zoals de naam al doet vermoeden lijkt deze gal op een ananas en je vindt ze niet op de bladeren maar in de knoppen van zomereiken. En een gal die ik dit jaar ineens veel gevonden heb is de knoppergal (foto 4), veroorzaakt door ook weer een klein wespje dat het op de eikels heeft voorzien. De vergroeiing zit als een soort muts over de eikel heen gedrapeerd.

En wat zo leuk is aan gallen, ze hebben op hun beurt ook weer een relatie met allerlei andere organismen. Vaak worden vergroeiingen gebruikt door andere insecten als schuilplaats, maar de gallen zelf of de larven worden weer gegeten door andere dieren. Zo vond ik eens een knikkergal (ook op eik) die was opengepikt door koolmezen (foto 5).

Foto 4: Knoppergal

De wereld van de gallen is er eentje waar je je uitgebreid studie van kunt maken. Alleen al in Nederland komen 800 verschillende soorten voor. In de handzame Veldgids Plantengallen heeft Roelof-Jan Koops er ruim 200 met duidelijke foto’s op een rij gezet. Uitgangspunt is steeds de gastheer waarop de gal te vinden is, dus het is wel handig als je weet met welke boom- of plantensoort je te maken hebt. Bij een eik meestal niet zo ingewikkeld, maar bij de wilgen bijvoorbeeld kan het nog wel eens voor verwarring zorgen weet ik uit eigen ervaring.

Foto 5: Knikkergal

De Veldgids Plantengallen is onder meer te koop via Veldshop.nl.