In geuren en kleuren

30 april 2020

In geuren en kleuren

Door natuurspotter Jan van Ginkel

In de tuin

Aangemoedigd door de Nederlandse natuurbescherming breng ik veel tijd in mijn tuin door. Zeker in de wekeinden omdat dan de natuurgebieden dreigen te worden overstroomd door recreanten. Mijn tuin als natuurgebied, ik kan het minder treffen. Neem nou het Gebroken hartje Dicentra spectabilis, een prachtige tuinplant, van origine afkomstig uit Oost-Siberië, Korea en China. De buitenste twee kroonblaadjes zijn roze, de binnenste die de geslachtsdelen omsluiten zijn wit. Zij lopen uit in een ‘traantje’. De punt van het hartje is gebroken … de plant wordt ook Vrouwentranen en Tranend hartje genoemd.

Al ben ik natúúrspotter, ik wil van mijn hartje geen moordkuil maken. Staat u mij toe mijn tranen te laten stromen door wat ik op mijn fietstochtjes in het buitengebied meemaak? Het is de tijd van grauwgeel oranje velden. Ik zag daar ’s avonds een groepje regenwulpen foerageren. Zij hebben de winter doorgebracht aan de West-Afrikaanse kust en zijn op weg naar hun broedgebieden op IJsland, de Baltische staten en noord-Rusland. Door die zes op de dood rustende regenwulpen breekt mijn hart.

Bladerend in mijn gedichten bundel Momentje alstublieft valt mij op dat ik door de lente wordt geïnspireerd (maar meer nog door de herfst) en dat het agrarisch gebeuren daarin deze rol vervult:

de geur van gier knijpt

mijn maag samen degradeert

lente tot groeiseizoen

en

als in mei de mest-

geur die van meidoorn verdrijft

wordt het land vergeven

en

wat betreft round-up

kan ik niet verder komen

dan rot op met je round-up

Het land van vijf miljard

Rond 21 april maakte het kabinet bekend de komende 10 jaar 5 miljard te gaan spenderen aan de stikstofproblematiek. Drie van de vijf maal negen nullen zijn direct bedoeld voor natuurherstel, dat wil zeggen voor onder meer het verwijderen van de stikstofrijke bovengrond en verhoging van de grondwaterstand. Ook het uitkopen van in de directe omgeving aanwezige intensieve veehouderijen valt er gedeeltelijk onder. De natuur zal ervan opknappen. Maar als er buiten die natuurgebieden niet iets wezenlijk (sic) verandert, wordt ook dit dweilen met de kraan open. Nou, die kraan staat in letterlijke zin al weer wijd open. Vanwege de droogte zijn veel agrariërs over gegaan op beregening. Dat hiermee een grote aanslag gepleegd wordt op de eerder genoemde en te herstellen grondwaterstand is te wijten aan het weer (en als het zo van pas komt aan het klimaat). Dus blijven we ontwateren als het te nat is en beregenen als het te droog is. Dat we bezig zijn met een in relatie tot weer en klimaat volkomen foute landbouw, dringt niet door tot de Boeruh! Boeruh! Boeruh!

strakke vlakken fel

rood helgeel tafeltulpen

staan een paar dagen

de blote bollenbodem

is voor eeuwig uitgebloeid

Terug naar de tuin

Laat ik het opwaaiende stof en de brullende trekkers (het nieuwste slag voertuigen ronkt niet maar brult) vergeten en genieten van de tuin. Met een dubbel gevoel, net zo dubbel als de Di-centra en even fraai en bezienswaardig als spectabilis. We tuinieren nu 35 jaar op ons erf. Met de natuur mee en met behulp van import van wilde Nederlandse flora gemixt met veel oude en enkele moderne cultuurplanten, alles afkomstig uit duurzame kwekerijen. Gestimuleerd oor de C-crisis ben ik nog meer gaan letten op wat er zoal plaats vindt in mijn Hof van Eden.

Ooit las en schreef ik over het Oranjetipje. Als het vrouwtje gepaard heeft en wordt benaderd door het volgende (?) mannetje steekt zij haar achterlijf omhoog en maakt zo de paring onmogelijk. Iets dergelijks zag ik gisteren bij de Citroenvlinder. Op de foto zit het vrouwtje op de Judaspenning, met de vleugels naar de poten gevouwen en het achterlijf omhoog. Het mannetje komt aangevlogen maar ziet geen kans zijn achterlijf te koppelen aan het vrouwtje. Na ettelijke minuten is mijnheer het zat en danst verder.

Oranje en geel

Het Oranjetipje (op de foto een mannetje of vrouwtje, dat valt aan de onderzijde van de achtervleugels niet uit elkaar te houden) beleeft tot nu toe weer een topjaar. De voorvleugels van het mannetje bezitten de aansprekende kleur oranje. De kleurenpsycholoog dicht aan oranje positieve eigenschappen toe als vitaliteit, blijdschap en optimisme. Samengevat worden oranje, geel en vooral rood gezien als warme kleuren die zorgen voor warmte, opwinding en vrolijkheid. Groen en blauw maken rustig en werken ontspannend. Geel is de kleur van de zon, van het licht en geeft positieve energie. Gele krokus, narcis, speenkruid, sleutelbloem, gele anemoon: heerlijke planten.

 

Een echte topper onder de gele bloemen is de Paardenbloem. Vraag me niet welke (onder)soort hier op de foto staat. Ik heb een dik boek over paardenbloemen waarin de soorten uit elkaar worden getrokken. Inmiddels is die onderverdeling weer op de schop gegaan en heten de meeste weer gewoon Paardenbloem.

Wat fijn dat deze prachtige plant een vrije jongen is die zich ook tussen stoeptegels thuis voelt. Het mooie van de Paardenbloem is dat hij jarenlang op dezelfde plaats boven komt, zonder hulp van bemesting of gewasbeschermers. De jonge blaadjes smaken goed en de bloem is van belang als vroege voedselbron voor heel wat insecten. Geel is ook hier de kleur van de zon!

 

Eerlijk gezegd houd ik niet van bonte bladeren, zoals die van de Gele dovenetel. Maar evengoed is het dankbare plant voor de hommels. Welke hommel op de prent staat, weten we nu allemaal dankzij de acties van de instanties die willen dat je alles in de tuin telt. Aandacht voor de natuur: van de nood een deugd maken. Deze gedachte zouden we breder en voortdurend moeten inzetten, want de nood is hoog.

Ik leef op dit moment te veel bij de dag om mij te verdiepen in scenario’s voor na de C-crisis. Optimisten verwachten dat we er ‘beter’ uitkomen. Ik zou mij daar graag bij aansluiten, maar dan moet ik eerst mijn scepsis aanpakken en naar de milieustraat brengen.

Roze en rood

Van geel maak ik een uitstapje naar roze en rood, de kleuren van warmte en gevaar. Omdat ik nu niet reis, fiets ik langs terreintjes in de directe omgeving die ik van eerder ken en waar ik jarenlang niet ben geweest. In een veentje bij Orvelte bloeit Lavendelheide met roze klokjes (Foto van Annelies van Ginkel.) Het plantje staat er nog, ondanks dat het veentje nagenoeg dicht is geroeid met berk en vanuit de bosrand oprukkende lariks. Blijkbaar verdraagt Lavendelheide verdroging van het veen. Uit de literatuur begrijp ik dat schaduw echter funest is. Er dreigt gevaar!

Natuur en cultuur

De Rode ribes behoort tot de flora van de oude erven en tuinen. De afkomst van de Latijnse naam Ribes komt van het Arabische rîbâs, de naam van een Palestijnse zure rabarber. De Moren die Spanje veroverden vonden daar deze rabarber niet en gaven haar naam aan de zure wilde kruisbessen die er wel massaal voorkwamen. De bij ons bekende Rode ribes is in de 19e eeuw is ingevoerd uit Noord –Amerika. De Rode ribes heeft een bittere wat citroenachtige geur en smaak, ook bekend van de Zwarte bes.

Zwarte bes is enige bessensoort waarvan echt zeker is dat die in Drenthe oorspronkelijk in het wild voorkomt. Hij is tegenwoordig vrij algemeen. Daarbij zal de verwildering van gekweekte struiken een rol spelen. Bij de aalbessen woedt er een discussie over het wel of niet bestaan van wilde soorten als de Bosaalbes. Wat is natuur, wat is cultuur? Wat is wild en wat is gekweekt & vervolgens verwilderd? Daar maak ik me nu niet druk om.  Laat mij snoepen van dat rode daar.