Kringloopwinkel ‘Natura naturans’, voor al uw kleuren

12 oktober 2018

Door natuurspotter Jan van Ginkel

Natura naturans (Latijn) betekent ‘De natuur doet wat de natuur doet’. De term is gemunt door de filosoof Baruch Spinoza die leefde van 1632 tot 1677, de tijd van de Verlichting. Spinoza wilde daarmee zeggen dat de natuur zichzelf activeert en gaf daarmee aan dat natuur en god dezelfde zijn.

Kleurrijke herfst

De natuur organiseert zichzelf. Dat het Drents krentenboompje er aan alle bosranden uitspat, is een gevolg van die zelforganisatie, geen doel.

 

We danken het feest van de krentenkleuren aan boomliefhebbers die de krent aan het eind van de 17e eeuw hebben ingevoerd. De krent komt van oorsprong uit Zuidoost-Canada en werd in korte tijd geliefd vanwege zijn rood aangelopen blad in het voorjaar, zijn bloei en vruchtjes en dan in het najaar zijn felle verkleuring van het blad. De krentjes krijgen in mijn tuin geen tijd voor rijping. Al voordat zij zwart zijn gekleurd eten appel- en goudvink, merels, eksters en gaaien het boompje leeg. De krent, van komaf een onvervalste vreemdeling, een exoot, heeft zich in de loop der eeuwen geliefd gemaakt. Hij is zo ingeburgerd dat hij Drents krentenboompje is gaan heten. Bosbouwers hebben zijn bodem-verbeterende vermogen ontdekt, de krent heeft zich massaal verspreid en in Dwingeloo zijn er wandeltochten aan zijn bloei gekoppeld. Van de krent kun je met recht zeggen dat hij is ingeburgerd. Geeft de krent al vroeg in het najaar zijn kleuren prijs, de beuken volgen meestal veel later. Zo laat dat je hun hoogtepunt kunt vastleggen met de komst van de eerste wintergasten.

Herfstkleuren met wilde zwanen
Herfstkleuren met wilde zwanen

Kleurrijke kringloop

Nu wij het hebben over kleuren en exoten, denk ik direct aan mijn belevenissen met de inktviszwam. Ik werkte nog maar kort op het Veldstudiecentrum Orvelte toen ik werd gebeld door de directeur van een verzorgingshuis. Zij had een heel vreemd verschijnsel in de tuin gezien waarover de bewoners nogal verontrust waren. Gewapend met de camera ben ik gaan kijken en wat ik zag kende ik niet, maar deed mij ergens aan een paddenstoel denken. Toen ik dat aan het kringetje oude omstanders meedeelde, reageerde één van hen met: ”Meneer zal wel geliek hebb’n”. Net zo min als ik wist dat het de inktviszwam betrof, kende ik de betekenis van deze Drentse uitdrukking… Het verhaal achter deze wonderlijke zwam zou evenmin worden geloofd. Ik las namelijk dat de sporen van de zwam in de Eerste Wereldoorlog met de schapenwollen kleding van Australische soldaten zou zijn meegekomen. De zwam heeft zich toen vanuit de Vogezen over West-Europa verspreid. Ik vind hem op steeds meer plaatsen in de bermen, vooral daar waar hopen snippers van gehakselde takken hebben gelegen. De exotische inktviszwam werkt mee in de kringloop door de restanten van de snippers af te breken. Op sommige plekken gaat het om tientallen exemplaren. Zij hebben zich ontwikkeld uit de aan de oppervlakte liggende duivelseieren.

Kleuren in het klein

Ook al was de zomer zeer droog en vreesde ik het ergste voor de paddenstoelen, de laatste dagen neemt de kleurenrijkdom in het bos weer flink toe. Natuurlijk vallen vooral de vliegenzwammen op, de rode en gele russula’s zijn niet te missen en zo zijn er meer grote zwammen die de aandacht opeisen. Zo af en toe mag ik graag vanaf het fietspad een bosvak in struinen om te zoeken naar het kleine spul. De kleverige koraalzwam vind ik zeer fotogeniek. Dat er veel meer schimmels aanwezig zijn dan paddenstoelen blijkt wel als je de aandacht richt op dood hout. Het blauwgroen van de kopergroenbekerzwam geeft een geheimzinnige tint aan rottend hout in een vergevorderd stadium. Dit jaar vond ik voor het eerst de vruchtlichamen, volgens de literatuur een zeldzaamheid. Op de bijgevoegde foto is de afmeting te zien van de zwammetjes circa 0.5 cm. Ik vind de Latijnse naam zo indrukwekkend dat ik die hier graag noem: Chlorociboria aeruginosa ss. lato. Volgens mijn pas aangeschafte Veldgids Paddenstoelen (uitg. KNNV deel 2) komt de zwam niet algemeen voor en vind je hem in bossen op een wat rijkere ondergrond. Dit in tegenstelling tot de kleverige koraalzwam die zeer algemeen is en voorkomt op naaldhout op de zandgronden.

Kringlooplandbouw

De Verlichting heeft voor een deel een eind gemaakt aan het allesoverheersende religieuze denken, aan het geloof in een geordende schepping met de mens aan het hoofd daarvan of sterker nog de kroon daarop. Dat geloof heeft de natuur geen heil gebracht. Maar ook aan het godloos en puur op de ratio gebaseerde vooruitgangsdenken heeft de natuur weinig goeds te danken. Wie aan kringlopen denkt, kan niet om minister Schouten heen. Zij heeft de visie ontwikkeld waarin kringlooplandbouw centraal staat. Ik vrees dat ook daarin de natuur op onredelijke wijze ondergeschikt zal blijven aan de mens. Dat is eveneens zo in de natuurinclusieve landbouw, al gaat het herstel van biodiversiteit, bodem water en lucht daarin wel de goede kant op. Pas als we het landbouwinclusieve natuur gaan noemen (en daarnaar handelen), doen wij de aarde recht.

Actiepunt

Alleen al als biologisch wezen stoot de mens gedurende zijn leven 23 ton CO2 uit. Wie zoals wij Westerlingen autorijdt, kookt en spullen koopt, levert daarnaast 840 ton aan CO2. Laten we daarom voor elke boom die wordt gekapt wegens ziekte, uitbreiding of aanleg van onze huizen, opritten, wegen (en waarvoor de overheid maar al te makkelijk vergunning afgeeft) onszelf verplichten ons af te vragen of die boom écht weg moet of dat wij hem kunnen sparen.