Wat is er toch aan de hand met de kleine vos?

12 mei 2020

Wat is er toch aan de hand met de kleine vos?

Door natuurspotter Hero Moorlag

Begin jaren zeventig, Juliana van Stolbergschool in Hoogeveen, vijfde klas. Ik wil mijn klas de gedaanteverwisseling van rups via pop naar vlinder laten zien en kies voor de kleine vos. Makkie. Je hoeft maar naar een brandnetelbosje te gaan om de rupsen te vinden. Ik kies drie grote rupsen, zodat ik zeker weet dat de verpopping niet lang op zich laat wachten. Drie, want we moeten ook weer niet teveel rupsen hebben, want ze moeten elke dag met verse brandnetelbladeren worden gevoerd. Enkele kinderen nemen elke morgen verse bladeren mee. De takjes van de oude brandnetels laat ik in de kleine aquariumbak liggen en vertel niet waarom. Binnen een week hebben de volgevreten rupsen zich verpopt en nu snappen de kinderen het van die takjes. De poppen hangen eraan. Op de bodem van het aquarium liggen de ronde groene drolletjes van de rupsen en de oude huidjes van de vervellingen. Nu maar afwachten.

Rupsen van de kleine vos op brandnetel. Inzet: kleine vos. Hero Moorlag

De keuze van rupsen van de kleine vos is praktisch. Het moet niet te lang duren dat de vlinder uit de pop komt. De leerlingen mogen de poppen aanraken, zodat ze zien en voelen dat ze bewegen, dus dat er echt leven in zit. Ik vertel dat daar binnenin de rups verandert in een vlinder en wijs elke dag op de kleur van de poppen. Na veertien dagen zijn ze goudkleurig, een teken dat het niet lang meer duurt dat de vlinders tevoorschijn komen. Na zeventien dagen is het zover. Het gebeurt gelukkig niet in de vroege ochtend, maar onder de rekenles. Twee poppen barsten open. “Kom maar kijken”, zeg ik. De kinderen sprinten uit de banken en verdringen zich rond het aquarium. De vlinders wringen zich uit de poppen, poepen een paar keer een roodachtige vloeistof en pompen de vleugels op. Even later zitten ze op een brandneteltak en rollen de roltong een paar keer uit. We brengen de aquariumbak naar het schoolplein en laten de vlinders vliegen. Er zijn voldoende nectarplanten om ze te voeden. Praktische natuurles geslaagd!

Een van de laatste kleine vossen vorig jaar bij Hoogeveen. Hero Moorlag

Verstikkende sluipmoordenaar

Dat het met de boerenlandvlinders slecht is gesteld, wisten we al. Dus ook met de kleine vos, de meest algemene vlinder die we in Nederland hadden. In meerdere natuurgebieden let ik op libellen en vlinders, bijvoorbeeld op de ecoducten bij Zuidwolde en in de Oude Kene bij Hoogeveen. In 2015 zag ik minder dan tien kleine vossen, in 2016 enkele, in 2018 zegge en schrijve één op ecoduct Suthwalda en in 2019 slecht één in de Oude Kene. In februari 2020 kregen we op de  floradag van Werkgroep Florakartering Drenthe uitleg over de stikstofcrisis van emeritus hoogleraar Jan Roelofs. Juist toen stond in het Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap het artikel van Uko Vegter en Bertil Zoer met de onheilspellende titel Stikstof, Verstikker en Sluipmoordenaar. Dat laatste artikel gaat over de onvoorstelbaar snelle afname van voor een overmaat aan stikstof gevoelige vlindersoorten. Een Engels onderzoek in die geest vertelt over het lot van de kleine vos. De brandnetel vindt die stikstofdepositie prima. Typische stikstofminner. Door de overmaat aan stikstof krijgen de rupsen niet de voeding die straks nodig is om van rups vlinder te worden. Ze eten elke dag een zak vette patat met nog vettere mayonnaise. Daardoor groeien ze snel en verpoppen zich. Maar binnenin de pop gaat er iets fundamenteel fout. Er missen essentiële voedingsstoffen door de overmaat aan stikstof. Daardoor komt er geen vlinder uit de pop. De gedaanteverwisseling stokt in het popstadium. Toen ik dat las, sprongen de tranen in m’n ogen. Is het echt zo erg? Ja, helaas. Die makkelijke kleine vos, hij is niet meer. Schrijf maar een requiem.