Zure smaak

2 februari 2021

Zure smaak

Door natuurspotter Joop Verburg

Meestal gaat mijn blog over leuke dingen; over nieuwe soorten of nieuw gedrag dat ik heb gezien, maar ik moet nu ook eens mijn chagrijn kwijt. De afgelopen tijd zijn we opnieuw geconfronteerd met jaarcijfers die het verdwijnen van de hoeveelheid insecten met 75% en afname van soorten laten zien. Steeds meer soorten sterven uit of zijn ernstig bedreigd. (o.a. bericht van de Vlinderstichting 21 jan. 2021 en diverse artikelen in dagblad TROUW) Als oorzaken worden genoemd: intensieve landbouw, klimaatverandering, verdroging en lichtvervuiling. Daarbij is de intensieve landbouw een van de belangrijkste veroorzakers.

Met name de ammoniakuitstoot (NH3) levert een sterke verzuring op in de wijde omgeving. Slechts een klein deel (5%) komt in de buurt van het bedrijf op de bodem. 95% gaat de lucht in en afhankelijk van de wind verspreidt het zich over een grote afstand. Er zijn allerlei pogingen ondernomen om dat proces in te perken, maar ondanks de beweerde maatregelen is de ammoniakbelasting in een groot natuurgebied als het Dwingelderveld alleen maar toegenomen (cijfers tot en met 2016). Ammoniak wordt in de bodem omgezet naar ammonium (NH4+). Ammonium is zuur. Zo zuur dat je het als een gifstof in de bodem moet beschouwen. NOx, de stikstofoxides (vrijkomend bij verbrandingsprocessen zoals in auto’s) verzuren ook wel maar zijn minder giftig voor de bodem. Het zuur ammonium lost het gebonden aluminium en andere essentiële sporenelementen op, waardoor die vrijkomen. Vervolgens lopen zij met regenwater weg naar diepere lagen of de sloot in waardoor ze in de bodem verloren gaan. Ze zijn voor groei en bodemgezondheid essentieel en de inheemse bloemen hebben geen weerstand en verdwijnen.

De drijfmest die conform het nationaal beleid geïnjecteerd moet worden, doodt het bodemleven. Vooral de armere zandgronden (helaas de overheersende bodemsituatie in Drenthe) zijn gevoelig voor verzuring omdat daarin weinig stoffen aanwezig zijn die het zuur kunnen neutraliseren. Nu al worden hier en daar proeven gedaan om de bodem te bestrooien met basenrijk steenmeel, maar het is toch te dol dat we hele natuurgebieden en eigenlijk onze hele provincie zouden moeten bestrooien met basen om het zuur te neutraliseren. Het is alsof je uit een vliegtuig overal ladingen Rennies uitstrooit. Ik zou denken dat dit probleem bij de bron moet worden aangepakt. De regering heeft enkele afspraken met de agrarische sector gemaakt, maar die leiden in 2030 nog niet eens tot 10% vermindering. In de periode voor 2016 zou de ammoniakuitstoot verminderd zijn met meer dan 50%, maar de gemiddelde uitstoot is ook nu nog steeds met 60 kg ammoniak per hectare per jaar de hoogste in de EU en ver boven de hoeveelheid die naar een beter evenwicht zou leiden.

Ik ga niet vertellen wiens “schuld” dat is, want er is sprake van een heel systeem dat niet deugt. Wanneer we allemaal inzien dat er een probleem is, wil ik maar al te graag -voor zover dat in mijn vermogen ligt- meedenken over oplossingen en er zelf aan bijdragen. Maar wanneer je voortdurend stuit op ontkenning en bagatellisering, krijg ik het zuur. Het brandt ernstiger dan azijn. Afgelopen week keek ik naar de documentaire van Zembla over de landbouw. Het was confronterend en verhelderend. Tegelijk worden er perspectieven getoond. Ook in eigen omgeving zijn gelukkig genoeg mensen die structurele oplossingen kunnen aandragen en uitleggen. Oplossingen waar ook boeren uiteindelijk niet slechter van worden. Ik hoop van harte dat we daarmee verder kunnen en dat we een wereld kunnen nalaten die er beter op wordt. Laten we samen naar dit beeld toewerken.

Meer informatie?
Bekijk de presentatie over stikstof en schrale graslanden in Drenthe van Jan Roelofs, emeritus hoogleraar Aquatische Oecologie & Milieubiologie Radboud Universiteit Nijmegen