Ecologisch bermbeheer en monitoring in Noord-Sleen

9 februari 2021

Ecologisch bermbeheer en monitoring in Noord-Sleen

Bron: Stichting Bloeiend Landschap, tekst en foto’s Petra Koenen, werkgroep Noord Sleen

Met ingang van 2019 is Noord-Sleen gestart met ecologisch bermbeheer. De hiervoor geselecteerde bermen zijn in een kaart aangegeven. Deze bermen worden niet meer geklepeld maar ze worden gemaaid, geharkt en het maaisel wordt binnen twee dagen afgevoerd. Zo wordt de grond in de bermen armer en krijgen kruidachtige planten meer kans. De zaden van deze planten kunnen beter ontkiemen, omdat er meer zonlicht bij komt. Door afname van de voedingsstoffen in de bodem zullen woekeraars zoals grassen en brandnetels minder talrijk worden. Geleidelijk zullen we meer bloemen in de bermen terug gaan zien.

De meeste bermen maaien we twee keer per jaar, enkele bermen drie of juist één keer. Het maaisel wordt afgevoerd en gecomposteerd en kan later op andere plaatsen als bodemverbeteraar gebruikt worden. Bij iedere maaironde wordt circa tien procent van de berm niet mee gemaaid. Dit doen we zodat insecten en dieren toch nog plekken met voedsel houden. Iedere keer laten we een ander stuk berm staan. Dit wordt bijgehouden op kaarten. We kiezen stukken uit die voor zo min mogelijk overlast zorgen.

Monitoring
Een groep van circa vijftien vrijwilligers uit het dorp helpt met het monitoren van de bermen. Het doel hiervan is dat we door de aanwezige planten te registreren kunnen zien of de veranderde manier van maaien ook echt als resultaat heeft dat er meer verschillende planten in de bermen gaan groeien. Daarnaast willen we graag in beeld hebben wat er allemaal in ons dorp groeit en bloeit. Ieder jaar monitoren we exact hetzelfde stuk. We kijken dan welke planten in de bermen voorkomen over een lengte van honderd meter door om de tien meter in een straal van een meter de aanwezige planten te noteren. We monitoren in de maanden mei en augustus/september, voordat er gemaaid gaat worden. Twee keer per jaar monitoren geeft een beter beeld omdat de ene plantensoort niet in dezelfde periode groeit of bloeit als de andere.

Coördinatie van het monitoren gebeurt door het maken van kaarten waarop de exacte locaties met de startpunten afgebeeld zijn, invulformulieren, een handleiding en gids voor plantenherkenning, het invoeren van de telgegevens en het terugkoppelen van de resultaten. Ook is er een korte cursus geweest en waren er mogelijkheden om mee te lopen met iemand met ervaring.

In 2020 is gestart met de eerste monitoringrondes. Vanwege de corona was de mogelijkheid om samen te komen beperkt, maar dit werd opgelost door vragen en bijzonderheden te vermelden in de WhatsApp-groep. Dit eerste jaar moest er door de vrijwilligers nog erg veel opgezocht worden in de handleiding, de plantengidsen of via speciale planten-apps.

Interessant om te zien is dat in ons dorp zoveel verschillende bermen zijn met ieder hun eigen specifieke plantensoorten. Deze verschillen komen vooral door grondsoort en ligging. Op een stuk berm in de schaduw van bomen en langs een slootkant zijn totaal andere planten te vinden dan op een droge berm pal in de zon. Er zijn bijzondere soorten waargenomen die het hier op de zandgrond goed doen, zoals vlasbekje, koekoeksbloem, robertskruid, zandblauwtje, kaasjeskruid en rolklaver. Ook het grasklokje, onze icoonsoort, is in kleine aantallen waargenomen. De vele soorten composieten zoals paardenbloemen, leeuwentand en muizenoor waren door de vrijwilligers soms moeilijk uit elkaar te houden, maar zijn van grote waarde voor de insecten. De tellingen zijn op de landelijke website van Floron ingevuld en in een overzicht bijgewerkt.

Op een aantal plaatsen in en rond Noord-Sleen zijn vanuit Dorpsbelangen bermen met een wilde-bloemenmengsel ingezaaid. Voor het buitengebied is bewust gekozen is voor een zaadmengsel van bloemen die hier van nature op zandgronden groeien. Het kan zijn dat we dit op meer plaatsen gaan doen. Dit uitzaaien doen we bij voorkeur niet in de bermen die we monitoren, omdat dit het beeld van de resultaten van het maaibeleid verstoort. Het is natuurlijk wel mogelijk dat deze gezaaide wilde bloemen op termijn zich verder gaan verspreiden.

Petra Koenen, werkgroep Noord-Sleen. Gebruikte bron: Bestuurlijke Notitie “Duurzaam Groenonderhoud Coevorden” van de gemeente Coevorden.