Zoeken
Maak van de openbare ruimte geen tuincentrum!
15 oktober 2020
Maak van de openbare ruimte geen tuincentrum!
Gastblog van Anthonie Stip van De Vlinderstichting
Steeds meer bedrijven hebben biodiversiteit als verdienmodel ontdekt. Dat is te begrijpen, want biodiversiteit in Nederland staat onder druk, en voor een schaars goed is markt te vinden. Althans, zo lijken de wetten van de economie ons te leren.
Voor de openbare ruimte maak ik mij zorgen om deze trend. Ik doel dan op parken, bermen, groenstroken, dijken en dergelijke. Wat is er aan de hand? We ontdekken dat onze openbare ruimte een belangrijke rol kan spelen bij de opgaven waar onze samenleving tegenaan loopt. Denk aan klimaatbestendigheid, hittestress in bebouwd gebied, wateropvang, maar ook plagen zoals de eikenprocessierups. Dat er voor deze uitdagingen aan biodiversiteit wordt gedacht is pure winst. Immers: biodiversiteit kan in al deze opgaven inderdaad een cruciale rol spelen.
Waar het mij om gaat is dit: steeds meer bedrijven gaan biodiversiteit voor de openbare ruimte verkopen. Bollenpakketten die gegarandeerd maandenlang bloeien om de berm te verfraaien. Zaadmengsels voor in de berm of het park. Zaadmengsels voor dijken. Alles is te koop. Als je maar betaalt. En we hebben steeds meer ongeduldigen die liefst morgen al scoren met hun inzet voor biodiversiteit. En dus de producten willen kopen.
Waarom maak ik mij zorgen? Dat zal ik in vier punten uitleggen.
- De biodiversiteit die verkrijgbaar is in de (web-)shop van bedrijven is overal toepasbaar, ongeacht de lokale omstandigheden. Dat lijkt een kracht, maar is een zwakte. We krijgen daarom steeds meer van hetzelfde. In steeds meer bermen groeit zaadmengsel X van bedrijf Y. In steeds meer parken bollenpakket A van firma B. Dat is geen diversiteit, maar homogeniteit.
- Het negeren van lokale omstandigheden lijkt slim, maar is vooral duur. Een duur gekocht zaadmengsel is zonder goed beheer en zonder aanpassing aan de lokale bodem- en vochtomstandigheden binnen enkele jaren weer verdwenen. Weg biodiversiteit. Weg investering. Weg rendement.
- Er wordt nauwelijks rekening gehouden met de planten en dieren die al aanwezig zijn en die mogelijk effect ondervinden van de aanplant of het inzaaien.
- Er wordt zelden nagedacht over de randvoorwaarden voor succes. En als dat al gebeurt, wordt er vaak gedacht in termen van bereik van het persbericht in plaats van wat er nodig is voor biodiversiteit. Veel van de duurgekochte maatregelen, of het nu zaadmengsels, insectenhotels, nestkastjes of bollenpakketten betreft, zijn daarom lang niet zo succesvol voor de biodiversiteit als zou kunnen.
Wat is er dan wel nodig? Eigenlijk is dat helemaal niet zo moeilijk.
- Goed beheer. Goed beheer van dijken, bermen en parken laat de al aanwezige planten en dieren zoveel mogelijk intact. Goed beheer koestert wat er al is en probeert op basis daarvan ruimte te maken voor nieuwe soorten planten en dieren die hier op eigen kracht komen. Goed beheer zet dus de krachten van de natuur centraal, in plaats van de scoringsdrift van de mens.
- Biodiversiteit heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen of te verbeteren. Daarom houdt biodiversiteit zich ook niet aan jaarplannen, kabinetten of investeringsagenda’s. Natuur gaat haar eigen gang. Dat vinden wij mensen heel eng, controlfreaks als wij zijn. Toch zijn er voorbeelden te over van jarenlang consequent goed beheer met de prachtigste biodiversiteit als gevolg. Laat je eens verrassen door de kracht van natuur!
- Een ecologische onderbouwing als er toch echt voor de allerlaatste optie inzaaien gekozen moet worden. Waarom en met welk doel kies je daarvoor? En hoe zorg je voor zo min mogelijk schade aan planten en dieren die al aanwezig zijn? Op die vragen moet antwoord zijn voordat de schop de grond ingaat.
Herken je dit beeld? Of juist niet? Deel jouw inzichten. Samen komen we verder!
Anthonie Stip